Spelen met taal

-Blog-

Als trainer kun je verschillende werkvormen gebruiken om je lessen afwisselender (én leuker!) te maken. Daarbij kun je ook je eigen creativiteit gebruiken. Trainer Vika Lukina geeft enkele voorbeelden over hoe je kunt spelen met taal.

Een van mijn favoriete activiteiten is het spelen van spelletjes. Of het nu analoog (het ouderwetsche bordspel) of digitaal is, ik speel waar en wanneer het maar mogelijk is. Onderweg op mijn telefoon, thuis op de computer, met vrienden… En als het even kan, ook tijdens mijn werk. Daarom bespreek ik in deze blog drie werkvormen voor NT2-trainingen gebaseerd op bord- en kaartspellen.

Nu rijst misschien de vraag wat de toegevoegde waarde is van al die spelletjes en of de schaarse lestijd niet beter besteed kan worden. Ik ben van mening dat spelen, in de breedste zin van het woord, wel degelijk zin heeft.

In de eerste plaats zorgt spelen voor ontspanning en een positieve sfeer tijdens de taaltraining. Ik merk dat cursisten zelfverzekerder en makkelijker praten wanneer een opdracht in een spelvorm wordt gegoten. Omdat spellen zo resultaatgericht zijn, maken ze vooruitgang zichtbaar, wat weer motiverend werkt. Typische spelelementen zoals tijdsdruk en competitie, zorgen ervoor dat iemand volledig op scherp staat en hij of zij zich tegelijkertijd niet kan permitteren om te lang na te denken. Verrassend genoeg leidt dit vaak juist tot correcter taalgebruik.

Maar het belangrijkste is dat cursisten zelf de positieve effecten van deze spel- en werkvormen ervaren. Wanneer ik ze een bovengemiddeld goede zin terugkoppel, zijn ze vaak verbaasd dat zij (ogenschijnlijk zonder moeite) die zin hebben geformuleerd. Of ze zijn trots dat ze elke keer steeds meer woorden kunnen opnoemen in 15 seconden. Op mijn beurt glunder ik weer als iemand zegt mijn spellen ‘nuttig’ te vinden. Dat is tenslotte zoveel leuker om te horen dan ‘leuk’.

Onderstaande werkvormen pas ik regelmatig toe in mijn lessen:

Spel 1 – Vocabulaire “Pim Pam Pet”
Kaartjes met categorieën en een stopwatch, meer is er niet nodig voor dit woordspelletje. In de originele variant worden de spelers in teams uitgedaagd om zo snel mogelijk een woord met de ‘juiste’ beginletter op te hoesten in een bepaalde categorie. Bijvoorbeeld: ‘Jongensnamen met een P’ – ‘Pieter’. In mijn variant op dit spel krijgen de spelers per categorie 15 seconden om zoveel mogelijk passende woorden op te noemen. Voorbeelden van categorieën zijn ‘dieren’ en ‘kleding’, maar mijn cursisten ontkomen ook niet aan grammaticale termen zoals ‘scheidbare werkwoorden’.

De tijdsdruk in dit spel zorgt al voor voldoende uitdaging, maar om het nóg spannender te maken, laat ik cursisten met elkaar strijden om wie de meeste woorden kan bedenken. Moet er juist wat druk van de ketel? Dan krijgen ze iets meer denktijd of een paar voorbeelden om ze op weg te helpen. Deze werkvorm is uitermate geschikt om parate kennis van (groepen) woorden te stimuleren of om te peilen wat iemand al weet.

Spel 2 – Cards against humanity
Zinnen afmaken, dat is waar het om gaat in dit spel. De originele versie, waarin de spot wordt gedreven met alles wat heilig is, is niet bepaald geschikt voor taaltrainingen, maar gelukkig is een onschuldige(re) variant zo gemaakt.

Er zijn slechts 15 tot 20 kaartjes voor nodig met daarop een deel van een zin en een of twee lege plekken. Bijvoorbeeld: ‘Wat niemand van mij weet, is ________________ ’ of ‘In tijden van ___________ moet je _________’. Vervolgens is het aan de cursisten om de tekst op het kaartje op een creatieve (en grammaticaal correcte!) manier af te maken. Degene met de beste tekst mag het volgende kaartje pakken en zodoende de groep voor een nieuwe uitdaging stellen.

Deze werkvorm is een goede manier om te oefenen met zinsbouw en meer gevoel te ontwikkelen voor welke (soorten) woorden op welke positie in de zin komen. Ook kun je het spel inzetten om te oefenen met uitdrukkingen en vaste woordcombinaties. Een ander bijkomend voordeel is dat de cursisten elkaar beter leren kennen.

Spel 3 – Taboe
Hoe omschrijf je het woord ‘agent’ als je de woorden ‘politie’, ‘arresteren’ en ‘boef’ niet mag gebruiken? Juist, dit is wat Taboe inhoudt. Het spel kan in zijn oorspronkelijke vorm al gebruikt worden als spreekoefening, maar nog leuker is het om zelf kaartjes te maken met ‘raadwoorden’ en de bijbehorende ‘taboewoorden’.

Cursisten worden door dit spel uitgedaagd om langere/complexere zinnen te maken. Ze mogen immers bepaalde sleutelbegrippen niet gebruiken en worden daardoor vaak gedwongen om woorden en concepten te omschrijven. Er zijn verschillende manieren te bedenken om deze werkvorm moeilijker of juist makkelijker te maken: een beperkte spreektijd, meer/minder taboewoorden, concretere/abstractere raadwoorden, etc. Hierdoor is Taboe geschikt voor vrijwel alle taalniveaus.

Volg de module “Creativiteit” van de Opleiding tot Professioneel Taaltrainer op 13 januari 2017! Voor iedere (taal)trainer die het trainen graag eens anders wil aanpakken, zich bewust wil worden van (eigen) geijkte patronen en deze wil doorbreken. Kijk hier voor meer informatie.

Over de auteur
Vika Lukina werkt als NT2-trainer voor Language Partners.
Ze is gespecialiseerd in de branches ICT, onderwijs en voeding.

Speak Your Mind

*